Werknemers

Kan een persoon die op pensioen gaat (bijv. op 61 jarige leeftijd) zijn opgebouwde reserve laten staan en pas opnemen op zijn 65ste teneinde een lagere taxatie te kunnen genieten (10% ipv 16,5%)?

 

In principe dient men tot zijn 65ste "actief" te zijn, louter de taxatie uitstellen kan dus in principe niet. Normaliter mag verwacht worden dat in België net als in de ons omringende landen de pensioenleeftijd zal stijgen hetgeen deze vraag op termijn waarschijnlijk zal herleiden tot een eerder theoretisch gegeven.


Noot : In deze groepsverzekering zal de uitkering vooral gebeuren onder de vorm van een rente. Een rente wordt tezamen met de andere pensioeninkomsten belast in de personenbelasting.

 

Is de rente die uitgekeerd zal worden vanaf de oppensioenstelling, bij overlijden overdraagbaar op de echtgenote of andere erfgenamen?

 

Neen, de rente is ten persoonlijke titel. Reden hiervoor is de veralgemening van het twee-inkomens model waarbij momenteel in een gezin quasi altijd beide partners werken.

 

Wat zijn de opties indien een contractant een andere betrekking (bij een ander bestuur of in privé) zou aannemen? Kan hij/zij de opgebouwde reserve meenemen naar bijv.. de nieuwe werkgever?

 

Uiteraard, de reserves zijn eigendom van de contractant en kunnen worden overgedragen naar de groepsverzekering van het nieuwe bestuur. Als het nieuwe bestuur ook aangesloten is bij het pensioenplan 2e pijler DIBISS heeft overdracht niet veel zin: het tarief blijft  immers ongewijzigd.

 

Wat gebeurt er met de opgebouwde reserves wanneer de aangeslotene statutair zou worden in de loop van het contract?

 

Dit wordt geregeld door artikel 26 van de wet van 24 oktober 2011 betreffende de pensioenen van de personeelsleden van de provinciale en lokale besturen. Dit artikel stelt dat bij vaste benoeming de verworven reserves en prestaties vervallen met als doel het dubbel pensioenvoordeel te elimineren.


Voor de juiste interpretatie van dit artikel wordt gewacht op een antwoord van de minister van pensioenen.

 

Wie zal kunnen genieten van de tweede pensioenpijler?

 

In principe kan iedereen die door een arbeidsovereenkomst verbonden is met het bestuur en gedurende minimum één jaar rechten heeft opgebouwd, kunnen genieten van de tweede pensioenpijler. Er zijn echter in het kaderreglement enkele uitzonderingen opgesomd.

 

Wie stort de pensioentoelage?

 

Het bestuur stort voor elk contractueel personeelslid 1% van het pensioengevend jaarloon als pensioentoelage aan de Pensioeninstelling. Dus ook voor jou! Wat het pensioengevend jaarloon is, wordt omschreven in het kadereglement.

Door de Pensioeninstelling wordt voor jou een individuele pensioenrekening geopend waarop de pensioetoelage gestort wordt.

Je dient bijgevolg zelf geen persoonlijke bijdrage te leveren!

 

Wanneer wordt het binnen de tweede pensioenbpijler opgebouwde kapitaal uitgekeerd?

 
  • De normale einddatum: is de eerste dag van de maand die volgt op je 65ste verjaardag.
  • Blijven werken na 65 jaar: de pensioentoelage blijft door het bestuur verschuldigd. Er wordt een nieuwe einddatum vastgesteld door de eerdere einddatum telkens met 1 jaar te verlengen. 
  • De vervroegde uitkering: ten vroegste vanaf de leeftijd van 60 jaar op de ingangsdatum van je wettelijk pensioen (kan wijzigen naar 62 overeenkomstig nieuwe wetgeving).
 

Hoe zal er worden uitgekeerd?

 

Het opgebouwde kapitaal wordt op de einddatum (zie 3 - Uitkeringen) omgezet in een lijfrente die zolang je leeft periodiek zal worden uitbetaald.

In geval van overlijden vóór de einddatum wordt het opgebouwde kapitaal omgezet in een lijfrente ten gunste van jouw echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner (zie opsomming) die zolang deze leeft periodiek zal worden uitbetaald.

De lijfrente wordt in principe in maandelijkse delen betaald op de laatste dag van elke maand, tot en met de laatste vervaldag die voorafgaat aan jouw overlijden of indien je vóór de einddatum overlijdt, het overlijden van jouw begunstigde.

Wanneer het jaarlijks bedrag van de lijfrente bij de aanvang ervan minder dan of gelijk aan 500 euro bedraagt, wordt het kapitaal uitbetaald.

Wanneer het jaarlijks bedrag van de lijfrente gelegen is tussen 500 en 800,01 euro, dan wordt de lijfrente niet maandelijks betaald maar in vier gelijke delen op het einde van ieder trimester.

 

Aan wie wordt de rente uitbetaald? Wie zijn de “begunstigden”?

 
  • De begunstigde van de uitkering op de einddatum : Ben je nog in leven op de einddatum (dit is de normale of verlengde einddatum of het ogenblik van vervroegde pensionering), dan wordt de lijfrente aan jou uitgekeerd. 
  • De begunstigde van de uitkering bij overlijden : Overlijd je vóór de einddatum, dan wordt de lijfrente voorzien bij overlijden uitgekeerd aan de in het kaderreglement opgesomde begunstigde(n) op basis van een bepaalde voorrangsorde.
 

Hoe blijf je op de hoogte van het opgebouwde kapitaal?

 

Ieder jaar brengt de Pensioeninstelling je door middel van een pensioenfiche op de hoogte van: 

  • het bedrag van de pensioentoelagen, 
  • de verworven reserve (dat is de som die je al verworven hebt), 
  • het bedrag van de verworven reserve van het afgelopen jaar, 
  • de verworven prestatie (dat is de waarde van de som zoals ze je zal uitgekeerd worden op de normale einddatum) 
  • de te verwachten rente op de normale einddatum die overeenstemt met de verworven prestatie, 
  • de overige inlichtingen die verplicht moeten meegedeeld worden op basis van de WAP (de wet aanvullende pensioenen van 28 april 2003).
 

Wat indien je het lokaal bestuur verlaat vóór de einddatum?

 

Wanneer je arbeidsovereenkomst eindigt om een andere reden dan overlijden of het bereiken van de einddatum, heb je de keuze om jouw verworven reserves bij de Pensioeninstelling te behouden of deze over te dragen naar een andere Pensioeninstelling. Je zal hieromtrent na het verlaten van het bestuur schriftelijk worden ingelicht en uitgenodigd om je keuze te laten kennen.

 

Wat gebeurt er wanneer je overlijdt?

 

Wanneer je overlijdt, heeft de begunstigde (bvb. echtgeno(o)t(e) – zie opsomming kaderreglement 9.2) recht op de omzetting van de op het ogenblik van je overlijden op je individuele pensioenrekening opgebouwde waarde (de som van de gestorte pensioentoelage + gewaarborgd rendement + winstdeelname) in een lijfrente.